Instructieboekje H3: Materiaal & Commando’s

In dit hoofdstuk enige aandacht voor de roeiboot, de diverse onderdelen en instructies over het gebruik van het materiaal. Hierbij hoort ook een overzicht van de commando’s die gebruikt worden bij het tillen van de boot, het in- en uitstappen en tijdens het roeien. 

Het is niet nodig om van alle bootonderdelen de naam en functie te kennen. 

3.1 Roeiboten

De diverse types kan je onderverdelen in:

  • Breedte - van smalle wedstrijdboten tot het bredere toermateriaal
  • Aantal roeiers - 1, 2, 4 of 8 roeiers is de klassieke indeling. Er zijn ook varianten
  • Scullen of boordroeien - elke roeier heeft 2 of 1 riem(en)
  • Gestuurd of ongestuurd - met of zonder een stuurman
  • Met of zonder rolbankje (‘vastbankje’) - het rolbankje maakt de beenstrekking mogelijk

Op Wikipedia staat een handzaam overzicht.

Bouwwijze van de boten

Moderne boten hebben een gladde huid en worden sinds rond 1990 van buiten en binnen bijna alleen nog van kunststof (epoxy, kevlar, carbon) gemaakt. Zowel de boten voor wedstrijden op glad en ruw water als de toerboten voor de recreatie en tochten. 

De vloot van RV Pampus kent net als van veel verenigingen ook oudere boten. Deze zijn vaak van hout gemaakt. Meestal wel met een gladde huid (minder weerstand!). De echt klassieke boten hebben een overnaadse huid. Hier een foto van oudste nog varende roeiboot, voor zover bekend.

3.1_2.jpg

In het Elektronisch Afschrijfboek (EAB) staan alle boten van de Pampus vloot. Er is een tabblad voor C-boten, Skiff’s, overige gladde boten en wedstrijdboten. Deze worden door de wedstrijdcommissaris toegewezen en kunnen alleen door die betreffende wedstrijdroeier(s) worden afgeschreven.

Boottypen

De meeste boten worden met een afkorting en een getal aangeduid. Een wherry blijft je voluit wherry noemen. De smalle (wedstrijd)boten kennen geen afkorting en worden met een getal aangeduid. Het getal geeft het aantal roeiers aan, een + of - betekent met of zonder stuurman. Scullen of ‘dubbelen’ wordt met X aangegeven. Tijdens wedstrijden zag je vroeger voor een dubbelvier zonder stuurman dit symbool staan: 4x-. Voor gestuurd 4x+. Tegenwoordig 4x en 4*.

Deze animatie van de KNRB over wedstrijdroeien legt deze codes beknopt uit.

Bij ‘roeien voor dummies’ gaan ze er wat uitgebreider op in:

Verklaring van de tekens

3.1verklaringtekens_2.png

Scullboten

3.1skull_2.png 

Boordroeiboten

3.1boord_2.png

  

3.2 De onderdelen van roeiboot en riemen

De boot

Het is voor een beter begrip van het materiaal goed als de roeier vertrouwd raakt met de benaming van de belangrijkste onderdelen van de boot en riem.

In de afbeelding hieronder zijn de belangrijkste onderdelen van de boot weergegeven.

3.2deboot_2.png

 

Dol

3.2dol_2.png

De riemen

Onder “riem” verstaat men zowel de scull- als boord(oars)riemen (oar = Engels voor riem).

Alle moderne riemen worden tegenwoordig van kunststof gemaakt. Klassieke riemen zijn van hout. De ontwikkeling van de bladvorm is nog immer gaande. Ook de stelen van de riemen kennen variaties in stijfheid, lengte. De lengte is bij moderne riemen te verstellen.

3.2riem_2.png

Op de foto onder zie je enkele voorbeelden van de bladvorm.

3.2blad_2.png

 

3.3 Materiaalbehandeling

Voorbereiding

  • Boot waarin je kan, mag en gaat roeien volgens de regels afschrijven in het afschrijfboek
  • Bij ploegen - de stuur of slagroeier is voor het afschrijven verantwoordelijk
  • Controle: zijn boot, riemen en overige losse onderdelen aanwezig en schadevrij?
  • 'Leen' geen riemen en overige losse onderdelen van andere boten
  • Riemen en losse onderdelen van een boot gaan het eerst naar buiten en het laatst naar binnen. Neerleggen buiten de loop naar het vlot toe (op het ‘gras’). Stuurtouw om het roer gewikkeld, losse bankjes met de wieltjes naar boven
  • Riemen dragen met het blad naar voren, stoot nergens tegen aan!
  • Riemen inleggen - eerst de walkant (vlot), dol sluiten met overslag/klep
  • Riemen uithalen - eerst de waterkant na openen dol, tijdens het uitstappen riem waterkant meenemen
  • Riemen met de hals (smalste deel bij het blad) in de dol leggen of uithalen
  • Riem aan de walkant bij voorkeur met de bolle kant naar boven op het vlot leggen (m.u.v. wedstrijdboten). De riem aan de waterzijde ligt tot het instappen en na het uitstappen van de roeier met het handvat op het vlot

 

Algemene regels bij het tillen van een boot

  • Altijd tillen vanuit de benen en met een rechte rug.
  • Tillen aan de spanten/verstevigingen
  • NIET tillen aan:
    • de stuurstoel
    • de slidings
    • de diagonaallatten
    • de riggers
    • het boord
  • Til liever met te veel dan te weinig mensen

De site roeiapp.nl gaat uitvoerig in op het tillen, in- en uitbrengen van de diverse boten.

 

3.4. Roeicommando’s

Roeien in een ploeg gaat alleen als duidelijkheid over de roeiafspraken door commando’s bestaat. Deze commando’s zijn nodig om veilig, schadevrij, zo gelijk mogelijk en koersvast te kunnen roeien, inclusief het in- en uitbrengen van de boot. Het is belangrijk dat elke roeier deze commando’s kent en weet uit te voeren. De stuur geeft de commando’s, bij ongestuurde nummers de boeg.

Veel commando’s bestaan uit de delen: waarschuwing, uitvoering, einde.

Bijvoorbeeld: “stuurboord halen..nu..bedankt”.

Het waarschuwingsdeel geeft aan wie wat gaat doen, het uitvoeringsdeel het moment waarop, het einde wanneer het commando niet meer geldt.

 

Veel gebruikte aanduidingen bij de commando’s zijn:

  • Stuurboord: langs de boot naar de boegpunt (voorpunt) kijkend rechts
  • Bakboord: langs de boot naar de boegpunt kijkend links
  • Boegroeier: roeiplaats het dichtst bij de boegpunt
  • Slagroeier: roeiplaats die het dichtst bij de achterpunt (tegenover de stuur)
  • Elke roeiplaats heeft een nummer - boeg=1, oplopend naar slag=2 (4 of 8)

 

Gouden regels voor de stuurman/vrouw:

  • Stuurboordwal houden
  • Kijk regelmatig om je heen en bij elke manoeuvre achterom!
  • Zorg dat het stuurtouw helemaal vrij (van het water) ligt.
  • Stuur zo min mogelijk met het roer, gebruik de roeiers zelf
  • Beperk de roeruitslag, maximaal 45 graden. Gebruik het roer alleen als de bladen uit het water zijn.
  • Gebruik bij het manoeuvreren en voor het overzicht de boegroeier. Laat deze meekijken (bruggen, kruising vaarwegen)
  • Hou rekening met de windrichting en stroming.
  • Blijf uit de buurt van beroepsvaart en blijf zoveel mogelijk doorroeien. Als je stil ligt ben je stuurloos!
  • Geef de commando’s luid en duidelijk.
  • Kijk goed vooruit, anticipeer op nieuwe situaties

Deze link geeft na doorklikken een volledige uitleg van alle voorkomende commando’s tijdens de diverse fases van het roeien.

Daarom wordt hier volstaan met een overzicht van de meest voorkomende commando’s

 

Tillen, in- en uitbrengen van de boten

Zie voor de algemene informatie met toelichtingen deze link onder de diverse kopjes.

De meeste, lichtere boten liggen bij RV Pampus op de stellingen in de loods. Er zijn enkele specifieke situaties. Sommige, zwaardere boten liggen op karretjes. De ene boot met de kiel onder, de ander met de kiel boven. 

1. Boten met hun kiel onder op karretjes in de loods (C-materiaal, wherries)

Deze boten worden dan eerst op de kar vanuit de loods naar het begin van het vlot gereden.

Daar wordt de boot van de kar getild.

Let goed op bij het rijden met de boot op de kar: riggers nergens tegen aan laten komen, uiteinden van de boot vrij houden van loods, andere boten of palen!

 

2. Boten met de kiel naar boven op karretjes in de loods op de grond (op z’n kop)

De kar blijft in de loods, de boot wordt naar buiten gedragen. Let daarbij goed op de riggers, deze mogen nergens tegenaan komen, vooral bij het zwenken.

Voor of op het vlot draait men de boot in de handen om in de bij het commando aangegeven richting - “Draaien in de handen over Stad/Haven”

 

Aankomst en vertrek

Instappen, uitzetten, wegvaren, roeien, manoeuvreren, bochten maken, keren, aanleggen, opruimen. Zie hiervoor de diverse subkopjes in de link.

 

Bijzonderheden:

  • bij de (grotere) meerpersoonsboten (8) vindt het instappen vaak in delen plaats. Dit is veiliger, zeker bij minder ervaren ploegen. Bijvoorbeeld: boeg en stuur houden de boot vast en stappen als laatste in
  • De stuur stapt als laatste in. Eventueel blijft een voet nog even op de wal om te helpen met afduwen.
  • Bij voorkeur: voetenborden pas stellen na het uitzetten en enkele (deel)halen op een rustiger deel van het water (‘uit de vaart’)
  • Noodcommando - Beiden boorden stop! - is ook in gebruik. Direct bladen omdraaien en rechtop in het water
  • Bijzondere manoeuvres met commando’s zoals slippen, intrekken, hoog scheren

 

Het aanleggen blijft spannend en is een ‘hoofdstuk apart’. Dan komen diverse vaardigheden tegelijk aanbod. Techniek, coördinatie, overzicht, niet te hard of te langzaam, tijdig stoppen en bijsturen, rekening houden met wel/geen wind, stroming, andere boten, noem maar op.

De link legt het allemaal uit, maar het zelf goed doen is veel oefenen.

Centraal staat: veroorzaak geen schade bij het aankomen.

Aandachtspunten:

  • Aanleggen onder een hoek van 30-45 graden het vlot of de wal naderen
  • Richt eerst op de uiterste punt van het vlot
  • Liever bij de 3e poging goed dan bij de 1e fout
  • Veel oefenen!

 

De roeier heeft intussen de riem aan de waterkant meegetrokken door de dol.

Een roeier die moeilijker kan uitstappen legt eerst de riem voor zich en zoekt eventueel steun op de boordrand of trekt zich aan het boord voor zich op. Bij scullen kan ook de methode “trekken aan de tegen elkaar geplaatste riemeinden” toegepast worden. In alle gevallen gaat het er om dat men voorzichtig en met de minste kans op schade aan mensen en boot uitstapt.

3.4vlot_2.jpg

 

3.5 Roei-oefeningen (met stuurcommando’s)

 

Er zijn vele oefeningen voor elk niveau om (nog) beter te gaan roeien. Er worden steeds nieuwere variaties en hulpmiddelen bedacht, een doorgaande ontwikkeling.

Een uitgebreid maar niet volledig overzicht geven deze linkjes. Ook om zelf ideeën voor oefeningen op te doen.

 

De instructeurs, coaches of de meer ervaren roeiers bij Pampus weten vast ook een aantal oefeningen. Vraag ze ernaar! Hier een aantal van de meest gangbare oefeningen:

  • Roeien met alleen armen -> romp en armen -> oprijden kwart bankje -> half bankje, -> driekwart bankje -> heel bankje/hele haal
  • Ongedraaid blad roeien
  • Roeien met stops tijdens de recover (gelijkheid ploeg!):
    • Stop 1 - vlak na de uitpik
    • Stop 2 - armen gestrekt na het het weg zetten
    • Stop 3 - armen gestrekt, romp ingebogen (inpikstand) voor het oprijden (benen gestrekt)
    • Stop 4 - stop 3 met een klein stukje oprijden (knieën licht gebogen)
    • Stop 5 - stop 3/4 opgereden naar inpik, blad wel/niet verticaal teruggedraaid (lastig!)
  • Tubben - om de beurt in 2 of 4-tallen roeien terwijl de rest van de ploeg de boot recht houdt met het blad op het water. Eventueel in combinatie met andere oefeningen.

Je ziet in deze playlist van de KNRB diverse oefeningen terug.

N.b. Binnen de vereniging is een materiaalcommissie/-commissaris actief. Deze zorgt ervoor dat het materiaal in de vaart blijft. Dit vraagt veel tijd. Leden die mee willen ‘klussen’ zijn van harte welkom. Belangrijk is en blijft: voorkom schade. 

 

Roeien Overzicht